IndyCar-coureurs strijden in downtown Detroit na Indy 500

Een week na de Indy 500 is de IndyCar Series zondagavond weer in actie gekomen op het tegenovergestelde van de Indianapolis Motor Speedway: de straten van Detroit. Na dertig jaar racen op Belle Isle was men nu weer terug in downtown Detroit, waar de straten flink krap zijn.

Alex Palou had de poleposition te pakken en had Scott McLaughlin naast zich, gevolgd door Romain Grosjean, Scott Dixon, Josef Newgarden, Marcus Ericsson, Will Power en Simon Pagenaud - Rinus van Kalmthout vertrok vanaf de veertiende plek. Zoals gebruikelijk waren de coureurs totaal niet in staat zich netjes op te lijnen voor een rollende start, dus poging één werd afgevlagd met de gele vlag.

Startpoging twee was eveneens dramatisch, maar men had geen zin om nog langer te wachten en het rommeltje mocht van start gaan. Dat ging al gelijk mis, uitgerekend in het middenveld: Callum Ilott reed bovenop de auto van Kyle Kirkwood en zorgde voor een caution. Na een paar ronden konden we dan écht gaan racen, met Palou, Grosjean, McLaughlin en Ericsson voorop, waarbij Ericsson snel gepasseerd werd door Dixon.

Ericsson had het lastig en kwam als een van de eersten een pitstop maken, terwijl Power zich via Dixon en McLaughlin naar voren knokte. Grosjean moest er ook aan geloven en na dertig ronden kwam Palou binnen voor zijn pitstop, terwijl Power in de buurt begon te komen. Dixon duelleerde ondertussen met McLaughlin en won dat duel, waarna hij ook Felix Rosenqvist verschalkte.

Na 35 van de 100 ronden kwamen Alexander Rossi en Pato O'Ward als laatste binnen, maar O'Ward kwam er niet normaal uit: hij stond met technische problemen stil, maar kon toch op gang geduwd worden. Iedereen had zo een pitstop gemaakt en Palou reed gewoon weer op kop, voor Power, Dixon, Rosenqvist en Rossi. Niet veel later stuurde O'Ward zijn auto de muur in en was het definitief klaar voor de Mexicaan.

Bijna halverwege de race werd het groen weer gezwaaid, maar krap een ronde later was de volgende caution een feit: Sting Ray Robb was rechtdoor gegaan en nota bene tijdens de caution reden Graham Rahal en Benjamin Pedersen de muur in. Een aantal ronden later konden we weer door en Power opende gelijk met succes de aanval op Palou, maar een kleine tien ronden later sloeg Palou terug bij Power, wiens banden zo goed als op waren.

Dixon kwam vanaf plek drie naar binnen na tweederde van de race, Power kwam een rondje later en Palou wachtte nog wat langer, waarna hij met een mooie voorsprong weer de baan op kwam - wel achter Ericsson, die even later ook zijn stop kwam maken, waardoor de orde met 23 ronden te gaan weer hersteld was: Palou voorop, voor Power, Dixon en Rosenqvist.

Twintig ronden voor het einde was de volgende caution een feit: Grosjean had de muur geraakt en was klaar vanaf plek zeven. Na het opruimen werd het groen weer gezwaaid, dat duurde anderhalve bocht: David Malukas hing zijn auto in de muur. Bij de volgende herstart ging Power te enthousiast de bocht in bij een poging Palou te pakken, waardoor Rossi hem juist te grazen nam.

Robb zorgde met minder dan tien ronden weer voor een caution, nadat hij aan de kant was gehaald konden we voor vijf ronden door: Palou, Rossi, Power en Rosenqvist voorop, maar Power nam Rossi snel te grazen. Palou kon ondertussen niet meer bedreigd worden en pakte een prima overwinning, voor Power en Rosenqvist. Van Kalmthout kende een lastige eindfase en moest genoegen nemen met een achttiende plek.