Bijleveld bezoekt laatste groep naar Afghanistan uitgezonden militairen

Nederland zet in Afghanistan al bijna 20 jaar militairen in. Aanleiding daarvoor zijn op 11 september 2001 de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten, waaronder op het World Trade Center in New York. Een dag later verklaart de NAVO artikel 5 van het handvest van de organisatie van kracht: een aanval op één van de leden, is een aanval op allen. Inmiddels is besloten dat NAVO-missie Resolute Support stopt. Reden om de hieraan deelnemende Nederlandse militairen nog één keer te bezoeken.

Dus dat deden minister van Defensie Ank Bijleveld-Schouten en Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim. Ze spraken met militairen die voor operatie Resolute Support in Mazar-e-Sharif zijn gelegerd. Na een kort bezoek zetten ze gisteren weer voet op eigen bodem.

Voor vrijheid van een ander
In totaal zond alleen Nederland al 30.000 militairen naar het Aziatische land om een bijdrage te leveren aan de vrijheid van een ander. Die Nederlanders voerden onder meer patrouilles uit, spraken met dorpsautoriteiten tijdens zogenoemde shura’s, trainden militairen en vochten.

Greep uit taken
Nederland had in die 20 jaar onder meer de leiding over de zuidelijke provincie Uruzgan en ook Special Operations Forces opereerden in het zuiden. Nederlandse militairen maakten deel uit van meerdere provinciale reconstructieteams, ze leverden met Apaches en F-16’s luchtsteun, trainden het Afghaanse leger en de politie om zelfstandig hun werk te kunnen doen en verzorgden transporten met Chinook- en Cougar helikopters. Het is slechts een greep uit de hoeveelheid taken die Nederland met inzet van eigen middelen op zich heeft genomen. “Wat we niet mogen vergeten is dat 25 collega’s in Afghanistan hun leven hebben verloren”, voegt Eichelheim toe. “Een veelvoud daarvan heeft letsel aan hun uitzending overgehouden, zowel geestelijk als lichamelijk. Tot op de dag van vandaag speelt Afghanistan een rol in de levens van nabestaanden, onze uitgezonden militairen en hun thuisfront.”

Realistische noot
Terugblikkend concludeert Bijleveld dat Afghanistan niet langer een uitvalsbasis voor internationaal terrorisme is. “Afghaanse veiligheidsdiensten zijn al sinds 2015 verantwoordelijk voor de veiligheid. Mede dankzij Nederland heeft het land grote stappen gezet. Politie en leger zijn vanaf de grond opgebouwd. En er is vooruitgang op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en vrouwenrechten.”

Te vroeg om te oordelen
Toch voegt de bewindsvrouw er een realistische noot aan toe. “De resultaten zijn niet onomkeerbaar. De veiligheidssituatie is zorgelijk en het risico bestaat dat een deel van de vooruitgang verloren gaat. Dit hangt af van de ontwikkelingen in Afghanistan.” Volgens Bijleveld is het dan ook nog te vroeg hierover te oordelen.

Kans op vrede niet verloren laten gaan
“De toekomst van Afghanistan is uiteindelijk aan de Afghanen zelf”, voegt Eichelsheim toe. Wat dat betreft riepen Nederland en de coalitiepartners de Afghaanse regering en de Taliban al op de kans op vrede niet verloren te laten gaan. Welk effect het terugtrekken van de troepen op het vredesproces heeft is nog niet te voorzien. Bijleveld: “Met de NAVO bekijken we hoe Nederland bij Afghanistan betrokken wil en kan blijven. Hierbij moeten we rekening houden met de veiligheidssituatie, het vredesproces en de inzet van onze partners.”

Samen uit, samen thuis
Wat Bijleveld betreft draait het om samen uit, samen thuis binnen de NAVO. Zij en Eichelsheim zeiden te hopen dat dit voor alle Resolute Support-partners letterlijk het geval zal zijn. Dat iedereen tot en met de laatste militair veilig thuiskomt.

Voor de Nederlanders is dat naar verwachting in juli.

(foto: Ministerie van Defensie)
(foto: Ministerie van Defensie)