Langlaufster Johaug soleert naar wereldtitel, Bolshunov legt Noren erop

Op het wereldkampioenschap langlaufen in Oberstdorf zijn zaterdag de wereldtitel verdeeld op de skiatlon. De vrouwen kregen vijftien kilometer voor de kiezen, de mannen dertig, waarbij de helft in klassieke stijl en de helft in de vrije stijl werd afgewerkt.

Vrouwen
Halverwege de eerste van twee rondes in klassieke stijl ontstond een kopgroepje van drie: de Noorse topfavoriete Therese Johaug en het Zweedse duo Ebba Andersson en Frida Karlsson. Aan het eind van de ronde ging het even fout: Karlsson plantte haar ski op die van Johaug en beiden gingen onderuit. Johaug kwam - samen met de Russische Tatiana Sorina - rap weer bij Andersson, Karlsson had meer tijd nodig en sloot aan in de achtervolgende groep.

Na 7,5 kilometer werden de ski's gewisseld en kon de vrije stijl beginnen. Johaug en Andersson wisselden samen, Sorina was inmiddels gelost en zat samen met de teruggekeerde Karlsson op zo'n tien seconden. Andersson's skiwissel ging niet lekker en daar profiteerde Johaug gelijk van: de Noorse sloeg een gat en leek alvast een voorschot te nemen op het goud.

Andersson en Karlsson bleven strijden om het zilver, een halve minuut achter Johaug en dik twintig seconden voor landgenote Charlotte Kalla en de Oostenrijkse Teresa Stadlober. Johaug ging zonder problemen op naar een indrukwekkende wereldtitel, Karlsson sprintte Andersson eruit in de strijd om zilver en Stadlober klopte Kalla in het gevecht om de vierde plek, voor Kalla en het Noorse supertalent Helene Marie Fossesholm.

Mannen
In de vijftien kilometer klassieke stijl was grotendeels het bekende beeld bij de mannen te zien: een langzaam uitdunnende groep. Alexander Bolshunov probeerde het even, maar de Rus werd bijgehaald door de Noren Emil Iversen en Johannes Høsflot Klæbo, wiens landgenoten Hans Christer Holund, Sjur Røthe en Simen Hegstad Krüger ook aan kwamen sluiten voorafgaand aan de skiwissel. Ook de Brit Andrew Musgrave zat er nog lekker bij, net als onder meer de Fin Iivo Niskanen, de Zweed Jens Burman en Alexey Chervotkin uit Rusland.

De mannen die er nog aan hingen haakten in de eerste kilometers in de vrije stijl af: alleen Bolshunov, Musgrave en álle vijf Noren bleven over. Met nog zo'n zes kilometer te gaan moesten Iversen en Klæbo afhaken, hoewel ze het karretje kort daarna toch weer aan konden haken - Musgrave had kort daarvoor definitief moeten lossen. Røthe en Iversen gingen er niet veel later verrassend genoeg alsnog af, Klæbo kon het ook niet meer bijbenen.

De strijd om het goud ging zo tussen drie echte kilometervreters: Bolshunov, Holund en Krüger. Op de Rus bleek geen maat te staan: op het laatste klimmetje opende hij de aanval en de twee anderen konden niet volgen. Krüger pakte het zilver, Holund moest genoegen nemen met het brons.