Strafeisen tot vier jaar tegen familiefirma in list en bedrog

"De hoofdverdachte en in zijn kielzog zijn (ex-)vrouw en kinderen laten geen middel onbenut om voor eigen financieel gewin zelf veroorzaakt verlies in de schoenen van anderen te schuiven." Deze rake woorden sprak de officier van justitie van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) vanmorgen in de rechtbank Oost-Brabant. Hij eist gevangenisstraffen tot 4 jaar in de omvangrijke strafzaak ‘Maruoka’ naar valsheid in geschrifte. "Fraude van deze omvang, komen we niet gauw tegen."

Beerput van list en bedrog
De vier verdachten zijn een man en vrouw van 67 en 62 jaar uit een dorp in de gemeente Lochem, Gelderland en een 38-jarige man en 35-jarige vrouw van geboorte uit Nijmegen maar woonachtig in Monaco. Ze staan terecht voor het vervalsen danwel gebruikmaken van valse en vervalste documenten, in de periode van 1 januari 2006 tot en met 12 oktober 2018 in de gemeente Lochem in de Achterhoek. Bovendien hebben ze deze documenten ook gebruikt door ze te voegen in diverse juridische procedures

Tegen de 67-jarige verdachte eist het OM vier jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorlopige hechtenis van 97 dagen. Tegen zijn zoon luidt de strafeis twee jaar. De 62-jarige vrouw moet als het aan het OM ligt 24 maanden waarvan 12 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar brommen. De 35-jarige verdachte hoorde vanmorgen 12 maanden, waarvan zes voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar tegen zich eisen.

De pater familias wordt door het OM gezien als de kwade genius, de leider binnen de familie, die zelfs zijn eigen familie heeft gebruikt, ten faveure van bedrijven en geld.

De officier van justitie in zijn requisitoir: "Hij was een gevierd zakenman, maar is hard van zijn voetstuk gevallen. Niet op de grond, maar nog dieper, in de beerput van list en bedrog."

Complot
In plaats van de hand in eigen boezem te steken voor de faillissementen, greep de familie alles aan om de buitenwereld voor te spiegelen dat anderen daarvoor verantwoordelijk waren. Er zou zelfs sprake zijn van één groot complot tegen de familie. Daarbij zouden onder anderen een officier van justitie, curatoren, een rechter-commissaris, een rechter en twee banken onder één hoedje spelen door het familiebezit te willen overnemen. Om het idee van het complot kracht bij te zetten, zijn verdachten er niet voor teruggedeinsd op grote schaal documenten te vervalsen en daarvan gebruik te maken in juridische procedures. Maar ook zijn valse aangiften en klachten ingediend tegen mensen die hun ambt op een nette integere wijze uitvoeren. Het OM rekent dit verdachten zwaar aan.

Doel van de verdachten was om het vermogen dat de schuldeisers in de faillissementen toekwam, via omwegen toch in de familie te houden. Ten nadele van de schuldeisers. Voor de hoofdverdachte en zijn medeverdachten leek daarin geen brug te ver - van vervalsingen van documenten en handtekeningen tot valse aangiften - om de buitenwereld voor te spiegelen dat sprake was van een groot complot tegen de familie.

Aanleiding onderzoek
In 2012/13 en 2013/14 zijn onderzoeken gestart onder leiding van de FIOD en een officier van justitie van het Functioneel Parket. Die richtten zich op faillissementsfraude, valsheid in geschrifte en een privé-faillissement. De onderzoeken hebben blootgelegd dat de hoofdverdachte een woning verkocht aan een stichting waarvan hijzelf bestuurder was en geld onttrokken had aan het faillissement van een BV ten gunste van diezelfde stichting. In de gevoegde strafzaken zijn vader en zoon door de rechtbank Overijssel te Almelo in 2016 veroordeeld tot 3,5 jaar en 12 maanden gevangenisstraf.

Tevens zijn hen ontnemingsmaatregelen van bijna 6,5 miljoen en ruim 5 miljoen opgelegd. De fraude moest ervoor zorgen dat het vermogen van de familie alleen nog maar groter werd. Het hoger beroep is op dit moment nog aanhangig bij het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden. Het OM is in hoger beroep gegaan tegen de vrijspraken door de rechtbank in de zaken tegen beide vrouwelijke verdachten.

De betrokken benadeelden hebben ervoor gekozen om, in procedure Maruoka, geen vorderingen in te dienen. Er lopen immers tal van civiele procedures jegens de familie. In de civiele procedures vermoedden de curatoren dat verdachten gebruik maakten van vals opgemaakte documenten. Ook in het hoger beroep van de strafzaak werden deze, en andere, documenten ingebracht. Die gang van zaken heeft vervolgens geleid tot het huidige strafrechtelijke onderzoek naar valsheid in geschrifte, onderzoek Maruoka.

Stuitend en strafverzwarend
Het OM rekent de verdachten zwaar aan dat ze over zo’n lange periode willens en wetens allerlei verschillende geschriften hebben vervalst. Strafverzwarend en medebepalend voor de strafeisen is voor het OM ook het feit dat fraude is gepleegd in de uitoefening van een bedrijf, in een schimmig samenspel met verschillende ondernemingen. "Het lijkt erop dat, zodra het verdachten wel goed van pas kwam, zij een vals geschrift konden produceren. Valsheid in geschrifte is hier gebruikt als wapen."

Ook het gemak waarmee deze valse geschriften werden ingebracht in allerhanden procedures hetzij in een gerechtelijke procedure tegen de curatoren, hetzij in de strafzaak in hoger beroep, bij de Hoge Raad, ter onderbouwing van een aangifte, vindt het OM stuitend. "Steeds weer is de beslissing genomen de valse stukken te gebruiken. Verdachten lijken geen enkel ontzag te hebben voor wie of wat dan ook."

Er is door verdachten aangifte gedaan tegen personen die de waarheid verklaren, wanneer die waarheid hun onwelgevallig is. En er zijn klachten ingediend tegen curatoren en advocaten die hun werk doen, maar niet aan de kant van de familie staan. "Het mag duidelijk zijn, dat hier ook vormen van oplichting en smaad/laster in te bespeuren zijn", aldus de officier van justitie vandaag, hoewel dat niet ten laste is gelegd.

De fraude is ook niet uit eigen beweging geëindigd. Ook na aanhouding van verdachten heeft het OM nog een aangifte ontvangen tegen verdachten, waaruit opgemaakt kan worden dat zij nog lang niet zijn gestopt.

Vervolg
Vandaag staan op de agenda van de rechtbank, na afloop van het requisitoir, de pleidooien van de verdediging en waar mogelijk met een uitloop naar donderdag ook repliek, dupliek en het laatste woord van verdachten.

Op 20 oktober om 13.15 uur wordt uitspraak gedaan.