Celstraf voor Eindhovense man die zijn nichtje aanrandde

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 34-jarige man uit Eindhoven veroordeeld voor aanranding van zijn minderjarige nichtje. Hij krijgt een gevangenisstraf van 10 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk, en een taakstraf van 100 uur. Ook moet de man zich laten behandelen voor zijn psychische en sociale problemen.

De verdachte had in juni 2018 zijn destijds 16-jarige nichtje en zijn neefje te logeren. Hij ging 's nachts de slaapkamer in waar het meisje lag te slapen, likte en kuste haar voet en verrichtte vervolgens seksuele handelingen bij zichzelf.

Ernstige inbreuk op lichamelijke integriteit
Volgens het Openbaar Ministerie zou een taakstraf en een geheel voorwaardelijke celstraf op z'n plaats zijn, omdat er geen sprake was van een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het meisje. De rechtbank meent dat hiervan wel degelijk sprake is. Dit betekent dat het zogeheten taakstrafverbod van toepassing is en dat – kort gezegd – op grond van de wet niet kan worden volstaan met een taakstraf en/of een voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie gevorderd. De rechtbank legt daarom – naast een taakstraf – een deels onvoorwaardelijke celstraf op. De rechtbank betrekt daarbij met name dat het slachtoffer gezien haar leeftijd in een fase van haar seksuele ontwikkeling verkeerde waarin dergelijke seksueel grensoverschrijdende handelingen een nog grotere impact hebben dan dat deze normaal gesproken al hebben.

Behandeling voor psychische en sociale problemen
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het meisje aan de zorg en waakzaamheid van haar oom was toevertrouwd. Dit vertrouwen heeft hij ernstig geschaad. Het meisje ondervindt nog steeds veel last van de herinnering aan het voorval. De verdachte neemt ook nauwelijks verantwoordelijkheid voor zijn gedrag. Hij stelt zich door alcoholgebruik en stress niet te herinneren wat er die bewuste avond is voorgevallen. De rechtbank zet haar vraagtekens bij dit gestelde geheugenverlies. De man verklaarde namelijk dat hij wel nog wist dat hij zijn nichtje en neefje 's nachts de woning heeft uitgelaten door de buitendeur open te maken.

Verder weegt mee dat de reclassering de kans op herhaling inschat als laag. Bovendien erkent de verdachte hulp nodig te hebben voor zijn psychische en sociale problemen en toont hij zich bereid mee te werken aan een ambulante behandeling daartoe. Ook mocht hij als gevolg van deze strafzaak enige tijd niet met zijn kinderen omgaan. Inmiddels is bijna 2 jaar verstreken en heeft de verdachte, voor zover bekend, geen nieuwe misstap gemaakt. 

Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 10 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk, en een taakstraf van 100 uur op z'n plaats. Aan het voorwaardelijke strafdeel koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden om herhaling te voorkomen. Zo krijgt de verdachte een meldplicht bij de reclassering en moet hij meewerken aan een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek.