Het OM vraagt uw mening over misbruik van seksueel beeldmateriaal

Het Openbaar Ministerie (OM) vraagt uw mening over misbruik van seksueel beeldmateriaal aan de hand van een enquête die sinds gisteren in te vullen is. De sluitingsdatum van de enquête is 1 april 2020. De resultaten van deze enquête worden meegenomen bij het opstellen van een nieuwe strafvorderingsrichtlijn ‘misbruik van seksueel beeldmateriaal’ (werktitel) voor officieren van justitie. De nieuwe richtlijn zal naar verwachting in de loop van dit jaar in werking treden.

De nieuwe richtlijn wordt opgesteld naar aanleiding van een nieuw wetsartikel (art. 139h Wetboek van Strafrecht) dat per 1 januari 2020 in werking is getreden. In dit artikel staat onder meer dat het strafbaar is om (online) seksueel beeldmateriaal te delen om een ander schade toe te brengen. Voorheen werden verdachten in dergelijke zaken ook al vervolgd, maar dan op basis van andere artikelen in de wet.

Naast onderstaande online enquête, bevraagt het OM op dit moment jongeren van middelbare scholen in heel Nederland. Dit doet het OM in samenwerking met ProDemos. Scholieren bespreken een casus over het zonder toestemming online delen van sexy foto’s en beantwoorden er vragen over.

‘De jongerenraadpleging via Prodemos geeft ons waardevolle informatie die wij kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van deze nieuwe richtlijn’, aldus Mariëtte Bode, voorzitter van de Landelijke Commissie Strafvorderingsrichtlijnen.

Het OM brengt dagelijks verdachten van een misdrijf voor de rechter en formuleert daarvoor een strafeis. De strafeis moet recht doen aan de ernst van het misdrijf en daarnaast aan de gevoelens in de samenleving. Het OM organiseert daarom over verschillende onderwerpen consultaties om deze gevoelens te peilen: is in de ogen van de samenleving de strafeis te mild, te hoog of moet er op andere wijze bestraft worden?

Richtlijnen
Voor de meeste strafbare feiten heeft het OM landelijke strafvorderingsrichtlijnen. Zo is er bijvoorbeeld een richtlijn voor winkeldiefstal, vernieling, rijden onder invloed en drugs. Daarin staan per misdrijf de straffen of strafeisen waaraan een officier van justitie kan denken voor daders die voor het eerst in de fout gaan en voor daders die bij herhaling strafbare feiten plegen. De uitgangspunten in een richtlijn bieden houvast voor het bepalen van de straf(eis), waarbij de officier van justitie ook andere (persoonlijke) omstandigheden mee weegt.

De vragenlijsten zijn hier te vinden.