Tong's voetbalverhalen #39

Hij werd de nieuwe Rijkaard genoemd. Marciano Vink maakte in 1991 zijn debuut voor Oranje. Geen memorabele, een armoedige 1-0 tegen het nietige malta in een kwalificatie-wedstrijd voor het EK-92. Destijds liepen de kwalificaties al moeilijk bij het Nederlands elftal.

Er waren nog 4 spelers over van het EK-88 en een nieuwe generatie lag op de loer met o.a. Frank-en Ronald de Boer, Richard Witschge en Clarence Seedorf. De patatgeneratie volgens Leo Beenhakker. Latere wereldtoppers. Marciano Vink zou nooit de wereldtop behalen. Wat weinigen nog weten is dat ie toch mooie transfers maakte naar PSV en de Serie-A.

Wegens verschillen over de betaling van zijn contract verliet ie Ajax voor Genua, waar ook de huidige Griekse Bondscoach John van het Schip speelde. Hij kwam door scherpe concurrentie van andere spelers uit het buitenland amper aan spelen toe.

PSV zag het echter nog steeds in hem zitten. Helaas kon hij door een zware blessure opgelopen tijdens Barcelona-PSV 2 jaar niet spelen. Figo, een Portugees natuurlijk, schopte hem de vernieling in. De revalidatie schoot niet op. Net zoals ie nooit meer een mooier doelpunt zou maken als destijds voor Genua tegen stadsgenoot Sampdoria. Toen zag men het enorme talent weer schijnen. Een solo mooier dan de mooiste dribbel van Figo.

Marciano Vink zocht het later, na zijn loopbaan, in ander vertier. In 2011 viel het kwartje wel zijn kant op. In het casino won ie anderhalf miljoen euro. Solo aan de gokkast. Alleen gelaten in de euforie. Die hij deelde met z'n wonderdoelpunt.