Geen extra subsidie voor Utrechts Centrum voor de Kunsten

De gemeente Utrecht hoeft het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) geen extra subsidie te verlenen. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland bepaald in een zaak tussen het UCK en de gemeente Utrecht. Het UCK was naar de rechter gestapt omdat de gemeente Utrecht voor 2019 een lagere subsidie heeft verleend dan voorgaande jaren.

Subsidie voor 7 maanden
Het UCK krijgt al jaren een bedrag van 976.000 euro aan subsidiegelden van de gemeente. Voor 2019 heeft het UCK opnieuw een subsidieaanvraag ingediend, maar die is door de gemeente deels toegekend. De gemeente heeft een subsidie verleend voor 7 maanden omdat zij van mening is dat de (financiële)toekomst van het UCK niet duurzaam is. Met het verstrekken van 7 maanden subsidie zou het UCK volgens de gemeente de tijd moeten hebben om het lopende cursusjaar af te maken en worden cursisten hiervan niet de dupe.

Geen toezeggingen gedaan
Volgens het UCK had de gemeente dit niet mogen doen en had een ambtenaar van de gemeente Utrecht in een e-mail al toegezegd dat het UCK voor 2019 ook een kleine miljoen euro aan subsidie zou krijgen. De rechtbank gaat hier niet in mee. De gemeente is niet verplicht om voor een heel jaar subsidie te verlenen zoals het UCK bedoelt of het gehele gevraagde bedrag toe te kennen mits daartoe een reden en bevoegdheid bestaat. Daarnaast wordt het bedrag van 976.000 euro wel in de desbetreffende mail genoemd, maar worden er slechts toezeggingen gedaan omtrent de toekenning subsidiegelden ter afronding van het cursusjaar.

Subsidierelatie
De rechtbank is wel van mening dat de gemeente de weigering van een deel van de subsidieaanvraag zorgvuldiger had moeten toetsen. Het UCK krijgt al jaren een subsidie en de beëindiging of gedeeltelijke weigering van een langdurige subsidierelatie kan niet zomaar opgezegd worden. Het UCK zegt nu te weinig tijd te hebben om op een nette manier afscheid te nemen van het personeel en voor andere (financiële)verplichtingen. De rechtbank oordeelt dat de gemeente de weigering op een andere manier had moeten toetsen, maar dit voor de uitkomst geen gevolgen heeft. De rechtbank is van oordeel dat met de verleende subsidie voor de betreffende periode, aan de voorwaarden voor het gedeeltelijk weigeren van een dergelijke subsidie is voldaan. De gemeente mocht dus een deel van de aanvraag weigeren.