Welke zorg wel en welke zorg niet? Dat moet uit onderzoek gaan blijken

Welke zorg helpt de patiënt echt en welke zorg voegt eigenlijk niks toe? Hoe onderzoeken we dat het beste? En hoe brengen we de uitkomsten van dat onderzoek in de praktijk? Dat zijn de vragen die prof. dr. Sjoerd Repping samen met medisch specialisten, patiënten, verpleegkundigen, ziekenhuizen, verzekeraars en de overheid moet gaan beantwoorden.

Vanaf deze maand gaat hij vanuit Zorginstituut Nederland aan de slag als kwartiermaker van het nieuwe landelijk programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik. Met dit programma wil minister Bruins ervoor zorgen dat patiënten de juiste zorg krijgen en premiebetalers niet betalen voor onzinnige zorg. De primaire focus van het programma ligt op de evaluatie van bestaande zorg in het basispakket.

Bruno Bruins: ‘Uit internationaal onderzoek blijkt dat we van misschien wel de helft van de zorg die we leveren eigenlijk onvoldoende weten of het wel iets toevoegt voor de patiënt. Die uitspraak horen we ook vaak terug in de media. Maar om welke zorg gaat het dan precies? Sjoerd Repping gaat aan de slag om samen met alle zorgpartijen te onderzoeken welke zorg zinnig is en welke niet, zodat zinnige zorg geboden kan blijven worden en onnodige zorg uit ons systeem wordt gefilterd. Onnodige zorg is voor niemand goed, niet voor de patiënt en niet voor de premiebetaler.’

Zorgevaluatie in hoofdlijnenakkoord
In het hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg is afgesproken om medisch specialistische zorg steeds goed te evalueren. Niet alleen het evalueren is belangrijk. De uitkomsten uit zorgevaluatieonderzoek moeten ook in de praktijk worden gebracht en leiden tot het gepast gebruik van zorg. Dat wil zeggen dat patiënten zorg krijgen aangeboden waarvan bewezen is dat patiënten er ook echt profijt van hebben. Als uit onderzoek blijkt dat een behandeling niet of niet goed werkt, of dat een andere behandeling beter is, dan is het ook zaak dat deze onnodige behandeling niet langer aan patiënten wordt aangeboden.

Er worden al veel behandelingen onderzocht. Moet een gebroken pols altijd geopereerd worden of kan met gipsen worden volstaan? Hoe zinvol is dialyseren bij oudere nierpatiënten? Kunnen aambeien het beste operatief verwijderd worden of kan het net zo effectief door het afbinden met een elastiekje? Leidt de inzet van een speciale verpleegkundige bij patiënten met Parkinson tot een verbeterde kwaliteit van leven tegen gelijke of zelfs lagere kosten? Door dit soort vragen structureel te stellen en serieus te onderzoeken wordt de zorg voor de patiënt uiteindelijk beter. Sjoerd Repping wil die zorgevaluatie uitvoeren op een manier die niet tijdrovend en administratief belastend is. Bovenal zoekt hij naar uitkomsten die praktisch bruikbaar zijn.

Jaarlijks 10 miljoen beschikbaar
Het programma is een samenwerkingsverband van alle partijen uit de medisch specialistische zorg. Sjoerd Repping gaat het komende half jaar gebruiken om samen met alle zorgpartijen een strategie voor het programma op te zetten. In de 5 jaar daarna gaat hij actief aan de slag om het programma uit te voeren en ervoor te zorgen dat we via zorgevaluatieonderzoek steeds beter grip krijgen op de toegevoegde waarde van medisch specialistische zorg. Minister Bruins heeft hiervoor structureel jaarlijks 10 miljoen beschikbaar gesteld.