Bedreigde Ossenaar mag voorlopig niet in woonplaats komen

Het besluit van de burgemeester van de gemeente Oss om op basis van politie-informatie een gebiedsverbod van 3 maanden op te leggen aan een inwoner blijft voorlopig in stand. Dit bepaalde de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant. Volgens de politie is er een reële kans op een aanslag op het leven van de man en dit levert onaanvaardbare risico’s voor de openbare orde en veiligheid op.

In de woning van de man werd op 13 en 16 september 2018 brand gesticht. De eerste keer doofde het vuur uit zichzelf en liep de woning lichte schade op. De tweede keer brandde de woning compleet uit. De man kon zichzelf ternauwernood in veiligheid brengen, zijn honden kwamen om het leven. De politie hield hiervoor inmiddels een verdachte aan en vermoedt dat de branden in opdracht zijn gesticht. Dit zou mogelijk te maken kunnen hebben met een verklaring die de man in juli vorig jaar aflegde in een lopend onderzoek naar een dodelijk schietincident.

Na de tweede brand werd de man direct ondergebracht op een veilige locatie buiten de gemeente Oss. Uit een dreigingsinschatting van het Openbaar Ministerie kwam naar voren dat de dreiging “ernstig” is en dat de kans op een nieuwe aanslag op het leven van de man “zeer waarschijnlijk” is. De kenmerken van de branden duiden op betrokkenheid van zeer zwaar georganiseerde criminaliteit. De man kwam een tijdlang niet in de gemeente Oss, maar keerde op 4 december terug. Op dat moment besloot de burgemeester van Oss hem een gebiedsverbod op te leggen. Hij mocht vanaf die dag 3 maanden lang niet in Oss en omliggende dorpen komen. De man maakte bij de burgemeester bezwaar tegen dit besluit en stapte intussen naar de rechter om in een spoedprocedure dit besluit tijdelijk te schorsen.

Standpunten
Volgens de man was de burgemeester niet bevoegd om hem op basis van het gemeentelijke beleid een gebiedsverbod op te leggen. Volgens de man kun je op grond van dit beleid alleen uit de gemeente worden geweerd als je zelf betrokken bent bij strafbare feiten of voor overlast zorgt. En dat is volgens hem niet aan de orde. Daarnaast is er helemaal geen vrees meer voor acute verstoring van de openbare orde, omdat de verdachte van de brandstichtingen is gearresteerd. De man weet niet wat het motief van de verdachte is, maar stelt dat het ernaar uitziet dat een baldadig persoon hem onheus bejegende. Verder zegt hij dat zijn verklaring bij de politie in het lopende onderzoek slechts inhield dat hij schoten hoorde maar niets heeft gezien.

De burgemeester wijst bij haar beslissing naar een rapport van de politie. Als de man in de gemeente Oss is, vreest zij voor een acute verstoring van de openbare orde. De bescherming van die openbare orde weegt volgens de burgemeester zwaarder dan het belang van de man om in de gemeente Oss aanwezig te zijn. Daarbij betrekt zij dat niet is gebleken dat de man door het gebiedsverbod problemen krijgt met werk, school of gezinsleven.

Oordeel
De voorzieningenrechter vindt het aannemelijk dat de brandstichtingen een op de man gerichte actie waren. Uit de inschatting van het Openbaar Ministerie komt naar voren dat de dreiging ernstig is en de kans op een nieuwe aanslag zeer waarschijnlijk is. De politie stelt dan ook dat er een reële kans is op een aanslag op het leven van de man als hij in de gemeente Oss is. Dit levert onaanvaardbare risico’s voor de openbare orde en veiligheid op. Met de arrestatie van de verdachte is dit risico en gevaar niet verdwenen, oordeelt de rechter. Dat de man alleen maar verklaarde dat hij schoten hoorde en niets heeft gezien, is onvoldoende om te oordelen dat er geen concrete vrees aanwezig is.

Al met al oordeelt de rechter dat de burgemeester op basis van het rapport van de politie mocht besluiten de man een gebiedsverbod op te leggen. Hoewel de rechter begrijpt dat dit een zware situatie is voor de man en dat hij graag een fatsoenlijke plek wil om te wonen, is dat iets wat hij met justitie moet afstemmen.