Terreurverdachte Aïsha hoeft niet terug de cel in

Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch veroordeelt vandaag de 19-jarige Aïsha uit Wanssum (Limburg) tot een gevangenisstraf van 270 dagen, waarvan 228 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast moet zij een taakstraf uitvoeren van 120 uur. Volgens het hof heeft zij voorbereidingen getroffen voor deelname aan de terroristische organisatie IS in Syrië. De vrouw werd er ook van verdacht dat zij samen met iemand anders had afgesproken om een bomaanslag te plegen maar is daarvan vrijgesproken.

Het hof legt haar een zwaardere straf op dan de rechtbank Limburg eerder deed maar een lagere straf dan het OM eiste (30 maanden celstraf, waarvan 24 maanden voorwaardelijk). Hoewel de vrouw minderjarig was toen zij het strafbare feit beging, vindt het hof dit zo ernstig dat zij niet volgens het jeugdstrafrecht, maar volgens het normale strafrecht wordt berecht.

Voorbereidingen
De jonge vrouw heeft in 2016 voorbereidingen getroffen om via Istanbul naar Syrië uit te reizen. Daarover heeft zij chatgesprekken gevoerd met een jihadist in een door de terroristische organisatie IS gecontroleerd gebied. Zij was van plan de strijd van IS in Syrië te ondersteunen. Om haar reis te kunnen betalen heeft de vrouw een aantal bezittingen verkocht en vervolgens een vliegticket naar Turkije geboekt.

Samenspanning
De vrouw wordt zowel door het hof als door de rechtbank vrijgesproken van strafbare samenspanning. Dit houdt , kort gezegd, in dat iemand met een of meerdere personen overeenkomt om een concreet misdrijf te plegen. De vrouw heeft een chatgesprek gevoerd waarin over een bomaanslag wordt gesproken. Het hof vindt deze conversatie, weliswaar buitengewoon zorgwekkend maar onvoldoende om van samenspanning in de zin van het Wetboek van Strafrecht te spreken.

Celstraf en taakstraf
Het hof vindt dat het hier gaat om een zeer ernstig misdrijf dat zorgt voor grote onrust en angst in de maatschappij, en rekent dit de vrouw zwaar aan. Terroristische organisaties als IS raken rechtstreeks de openbare orde, veiligheid en stabiliteit van een samenleving. In het bijzonder onschuldige burgers moeten tegen terroristisch geweld worden beschermd.

Vanwege de ernst van het feit vindt het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hier in principe gepast. De vrouw is onlangs bevallen van een dochtertje, daarom hoeft zij niet terug de cel in. Zij krijgt een gevangenisstraf opgelegd waarvan het onvoorwaardelijke deel niet langer is dan de tijd die zij al in voorarrest heeft gezeten, in combinatie met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke taakstraf van 120 uur.

Bijzondere voorwaarden
Naast de celstraf en taakstraf legt het hof de vrouw een aantal bijzondere voorwaarden op. Zij heeft tijdens het proces zowel bij de rechtbank als bij het hof haar beweegredenen onvoldoende uitgelegd en geen inzicht getoond in de onjuistheid van haar handelen. Daarom moet zij gesprekken voeren met een Islamdeskundige, zodat zij meer kennis opdoet over het geloof, om de kans op een gezonde en evenwichtige identiteitsontwikkeling te vergroten. Verder moet zij contact houden met de reclassering en therapie volgen.