'Koningin Anna Paulowna herbegraven'

Eén van de kisten uit de Koninklijke grafkelder, is op 22 oktober verplaatst om de stoffelijke resten te bergen in een nieuwe kist. Het betreft de stoffelijke resten van Koningin Anna Paulowna. De nieuwe kist zal na afloop van de werkzaamheden op de oorspronkelijke plaats van de oude kist worden geplaatst in de Koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk in Delft.

De herkisting zal enkele dagen in beslag nemen en zal plaatsvinden in Rotterdam. De werkzaamheden worden uitgevoerd door het team ‘Bijzondere Uitvaarten’ van Monuta. De leden van de Koninklijke Familie hechten eraan, dat de stoffelijke resten van hun voorouders op een waardige en duurzame wijze bijgezet blijven in de Koninklijke grafkelder.

Anna was een dochter van tsaar Paul I van Rusland en diens vrouw Sophia Dorothea Augusta Louisa van Württemberg, in Rusland beter bekend als tsarina Maria Fjodorovna. Toen zij zes jaar was, werd haar vader vermoord en opgevolgd door zijn zoon Alexander I, de oudste broer van Anna.

Toen de verloving tussen de Nederlandse prins Willem II en de Engelse prinses Charlotte werd verbroken, werd Anna door haar broer, tsaar Alexander – hij was een goede vriend van kroonprins Willem – als geschikte huwelijkskandidate naar voren geschoven. Op 21 februari 1816 trouwde het paar met veel pracht en praal in het Rozenpaviljoen.  

In de nacht van 17 maart 1849 stierf koning Willem II aan een hartstilstand. Koningin Anna was diep geschokt en wierp zich volgens ooggetuigen gillend op het levenloze lichaam van haar man. In de dagen dat het lichaam van haar man opgebaard lag heeft Anna Paulowna verscheidene dagen urenlang geknield voor het lijk doorgebracht.

In februari 1865 werd zij ernstig ziek. Ze had last van een borstkwaal die steeds erger werd. Dochter Sophie kwam over uit Saksen-Weimar-Eisenach en verpleegde haar moeder samen met schoondochter Amalia. Op 1 maart overleed Anna Paulowna op 70-jarige leeftijd, 's middags om 16.38 uur in Den Haag.

De rouwdienst op 17 maart werd strikt uitgevoerd volgens de Russisch-orthodoxe wijze, in Den Haag en verliep als volgt: eerst werd er door drie Russisch-orthodoxe priesters, de aalmoezenier van Anna Paulowna, aartspriester A. Soedakov, de priester Izmajlov van de Griekse kerk in Amsterdam en de priester Ladynski van de kerk in Weimar een Goddelijke Liturgie gevierd, waarna de priesters bij de open kist de absolutie verleenden. De koning, koningin en prins van Oranje waren hier niet bij aanwezig. 

Daarna vertrok de begrafenisstoet te voet van Rustenburg naar Delft, waar Anna Paulowna werd bijgezet in de Koninklijke grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk te Delft. De bijzetting in Delft was protestants en werd gedaan door hofpredikant Gerrit Ruitenschild. Na Anna's overlijden is er tot het overlijden van koningin Sophie in 1877 jaarlijks een panichida (Russisch-orthodoxe requiemdienst) gehouden in de Haagse kapel, die gevestigd was in paleis Rustenburg, dat stond op de plaats waar nu het Vredespaleis is.

Koningin Anna Paulowna  (Foto: Wikimedica Commons / Jean-Baptiste Van der Hulst)
Koningin Anna Paulowna (Foto: Wikimedica Commons / Jean-Baptiste Van der Hulst)