'Defensiecultuur werkt sociale onveiligheid in de hand'

De sociale veiligheid binnen Defensie is onvoldoende. Dit is de belangrijkste conclusie uit het eindrapport van de Commissie Sociaal Veilige Werkomgeving Defensie. De twee belangrijkste oorzaken hiervoor zijn de defensiecultuur en de wijze waarop de organisatie is ingericht. De commissie kwam tot deze conclusie na het onderzoeken van meldingen die binnengekomen zijn bij de commissie, een analyse van interne onderzoeken en gesprekken met stakeholders.

Allereerst concludeert de commissie dat de defensiecultuur sociale onveiligheid in de hand werkt. Defensiemedewerkers identificeren zich sterk met hun werk en de organisatie en zijn onderdeel zijn van een groepscultuur met hechte banden. Loyaliteit is een groot goed en belangrijk voor de taakuitvoering. Dit sterke punt van de organisatie heeft echter ook een keerzijde. Er is een neiging om leden van de eigen groep te beschermen, ook bij grensoverschrijdend gedrag, en collega’s die buiten de groep vallen negatief te bejegenen.

Een tweede factor is de wijze waarop de organisatie is ingericht. Er is een nadelige werking van het functieroulatiesysteem op de sociale veiligheid. Ook zijn er tekortkomingen in de wijze waarop het meldingssysteem binnen Defensie is ingericht. Meldingen worden op een stroperige, ondoorzichtige en escalatiegevoelige wijze behandeld. Zo is er een veelheid aan regels, richtlijnen, documenten en instanties. Melders weten niet goed waar en bij wie ze terecht kunnen voor een melding, wanneer het wordt opgepakt, en wie er inzage hebben.

Ook worden melders regelmatig geconfronteerd met (te) lange behandeltermijnen, onduidelijke spelregels rondom het onderzoek, en een gebrek aan objectiviteit en onafhankelijkheid van onderzoekscommissieleden. Melders ondervinden vaak nadeel van het doen van een melding. Hierdoor blijkt niet-melden simpelweg de meest verstandige keuze. Het huidige systeem dat voor meldingen van ongewenst gedrag wordt gebruikt lijkt hiervoor niet geschikt. De onvolledige en onjuiste registratie van en rondom meldingen was opvallend. De wijze waarop er met meldingen en melders om wordt gegaan heeft een negatieve weerslag op de meldingsbereidheid.

Aanbevelingen
De commissie doet een aantal aanbevelingen om de sociale veiligheid binnen Defensie te verbeteren. De belangrijkste aanbevelingen betreffen de inrichting van een onafhankelijk meldpunt en de inzet van onderzoekers die over de noodzakelijke expertise beschikken en vanuit een onafhankelijke positie meldingen onderzoeken. Het meldsysteem moet vereenvoudigd en geprofessionaliseerd worden. Ook de begeleiding en nazorg aan melders behoeft meer aandacht. Daarnaast moeten er maatregelen genomen worden die een meer op diversiteit, transparantie en tegenspraak gerichte cultuur bevorderen. Hierbij is een cruciale rol is weggelegd voor de leidinggevenden op alle niveaus.

Reactie Staatssecretaris van Defensie
“Dit rapport is een belangrijk stap in het herstel van Defensie”. Dat zei Staatssecretaris van Defensie Barbara Visser vandaag bij de in ontvangst name van het eindrapport van de commissie-Giebels, die in haar opdracht onderzoek deed naar de sociale veiligheid bij Defensie. “Alle medewerkers van Defensie moet zich veilig kunnen voelen bij elkaar en bij de organisatie. Dit rapport laat zien dat we dat nog onvoldoende op orde hebben.”

Cultuur
De commissie werpt vragen op over de cultuur bij Defensie. “De cultuur is wat Defensie sterk maakt en waarom zoveel mensen er met veel plezier werken, maar uit het rapport blijkt dat die cultuur ook een schaduwzijde kan hebben. Daar gaan we mee aan de slag, door te werken aan een beter normbesef, op alle niveaus en in de hele organisatie. We maken veiligheid en mensgericht leiderschap een steeds belangrijker onderdeel van opleidingen, trainingen, en bijvoorbeeld van de nieuwe gedragscode. Hier hoort ook bij dat we commandanten en leidinggevenden beter in deze taken ondersteunen.”

Meldbereidheid
Uit het rapport blijkt onder meer dat de meldbereidheid bij Defensiemedewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag laag is. Er is onvoldoende vertrouwen dat het doen van een melding zin heeft. Ook blijkt het doen van een melding bij een deel van de 92 (oud)medewerkers die zich bij de commissie meldden nadelige consequenties voor henzelf te hebben gehad. “Ik betreur zeer wat de melders aangeven te hebben ervaren. Dat is simpelweg niet acceptabel, er is werk aan de winkel”, aldus staatssecretaris Visser.

Meldpunt
De meldbereidheid hangt samen met de meldstructuur. Staatssecretaris Visser: “Naast de mogelijkheid om bij de eigen leidinggevende te melden, komt er één onafhankelijk centraal meldpunt buiten de commandantenlijn. We gebruiken daarvoor de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), die volgens de commissie heel goed en onafhankelijk functioneert. Daar kunnen alle medewerkers vertrouwen in hebben. We gaan bovendien de capaciteit versterken en we verruimen de bevoegdheden. Zo gaat de COID ook zorgen dat bij interne onderzoeken de kwaliteit en onafhankelijkheid beter gewaardborgd worden. Daarnaast komt er een beter registratiesysteem voor meldingen, waarin de privacy van melders beter is geborgd.”

Vervolg
Vandaag wordt een eerste reactie op het rapport aan de Kamer gestuurd. Een uitgebreide beleidsreactie volgt eind dit jaar. Staatssecretaris Visser stelde de commissie-Giebels, formeel de ‘Commissie Sociaal Veilige Werkomgeving Defensie’, in december 2017 in om te onderzoeken of de sociale veiligheid bij Defensie op orde is. Het versterken van de sociale veiligheid is een hoofdpijler van de transitie die Defensie na vijfentwintig jaar bezuinigen door moet.

Wat zou jij willen weten over dit onderzoek en rapport? Laat het ons weten en we proberen antwoord te krijgen op je vraag!