WK voetbal

“Tussenstand Noord-Ierland – Oranje” kopte NOS Teletekst tot mijn verbazing een kleine week geleden. Ik weet dat ik het Nederlands Elftal wat minder intensief volg nu het zich niet gekwalificeerd heeft voor het WK, maar ik dacht dat ik toch wel wist wanneer ze hun (oefen)wedstrijden spelen. Dat klopte gelukkig ook wel, want dit ging om het vrouwenelftal. Die heel handig blijkbaar dezelfde bijnaam hebben en ook bovenaan Teletekst komen te staan.


Dat laatste is zo gek ook niet: het is voetbal, het is een WK-kwalificatiewedstrijd, dus aandacht daarvoor is logisch. Maar ik vond de verwarring wel vervelend. Ik snap dat sinds ‘we’ Europees kampioen zijn geworden het vrouwenvoetbal meer aandacht krijgt. Zo gaat dat nou eenmaal met sporten waarin Nederland succesvol is. Maar er is voor mij maar één Oranje, en eigenlijk ook maar één WK voetbal.


Morgen begint dat echte WK voetbal. Mijn absolute hoogtepunt op sportgebied, ook al doet Nederland niet mee. De videoband van het WK van 1994 met het commentaar van Hans Kraay senior heb ik vroeger zo vaak gezien dat ik sommige doelpunten van dat toernooi niet kan zien zonder zijn woorden te horen. “Pascolo mist” op de vrije bal van Wynalda, het langzame en bijna fluisterende “Massaro, Massaro...” bij de goal van Italië tegen Mexico in die ongekend spannende poule.


In 1998 maakte ik voor het eerst een eindtoernooi bewust mee en ik keek op 8-jarige leeftijd zo veel mogelijk wedstrijden als mijn ouders toelieten. De goal van Sierra voor Chili in de poulefase zag ik op de kleine tweede televisie op zolder, ik mocht tot mijn vreugde opblijven voor de teleurstellende halve finale Nederland-Brazilië en zag de goals van Zidane en Petit in de finale op vakantie in Friesland.


De twee wereldkampioenschappen daarna was het vooral proberen om de wedstrijden die niet tijdens schooluren gespeeld werden te zien. Ondanks het niet meedoen van Nederland in 2002 en de vroege uitschakeling in 2006 waren het mooie toernooien. Natuurlijk had Zuid-Korea nooit zo ver mogen komen, maar het maakte het toernooi wel interessant en spectaculair. In 2006 won ik een paar tientjes door onder andere de wereldkampioen (Italië), verliezend finalist (Frankrijk) en de topscorer (Miroslav Klose) goed te voorspellen.


Mijn meest extreme WK-ervaring heb ik toch wel in 2010 beleefd. Niet alleen omdat Nederland de finale haalde en dat hét moment was om toch een keer wereldkampioen te worden, maar vooral omdat ik van dat toernooi echt zo veel mogelijk gezien heb: ik nam een maand vakantie, en zat op wedstrijddagen grofweg van 12:00 uur tot 0:00 uur te kijken. Dat was ook meteen het laatste toernooi dat ik op die manier kon en wilde kijken, want mijn vriendin (sinds 2014, vóór het WK) zou daar niet heel gelukkig van worden.


En morgen gaan we weer van start. Het echte WK voetbal. Op papier is Rusland – Saoedi-Arabië niet direct iets om naar uit te kijken, maar ik kan niet wachten. Gelukkig biedt YouTube genoeg voorpret: een samenvatting van 1994, alle doelpunten van 2014 in sneltreinvaart achter elkaar, de mooiste goals van 2010, ik heb het allemaal weer gezien. Ik voorspel voor deze editie alvast, o wat dapper, Frankrijk als kampioen. En een Teletekst zonder verwarring.