VOG wordt verplicht voor wethouders

Er komt een ‘basistoets integriteit’ voor bestuurders. Wethouders worden verplicht een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te hebben. En er wordt onderzocht of de screening van burgemeesters verscherpt kan worden. Deze en andere maatregelen hebben tot doel de lokale democratie te versterken, en aanhoudende bestuurlijke problemen tegen te gaan. Dat heeft de ministerraad besloten op voordracht van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dat schrijft de minister vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Scherpere screening
Het is allereerst aan gemeenten om bestuurlijke problemen of integriteitskwesties op te lossen. Dat hoort bij onze gedecentraliseerde eenheidsstaat en daar zetten lokale volksvertegenwoordigers en bestuurders zich ook vol voor in. Maar vanuit het Rijk kan, samen met landelijke en lokale partners, wel versterkt worden wat gemeenten al zelf kunnen doen. Een ‘escalatieladder’ moet lokale politici helpen bij bepaalde problemen hulp in te schakelen. Om een integer bestuur verder te bevorderen zal Ollongren de Gemeentewet aanpassen om het overleggen van een VOG tot een benoemingsvereiste voor wethouders te maken.

Er komt ook een ‘basistoets integriteit’, omdat momenteel risicoanalyses volgens verschillende standaarden worden uitgevoerd. Een goede risicoanalyse kan beter eventuele kwetsbaarheden in beeld brengen; de uiteindelijke weging hiervan blijft dan een politieke oordeel. De minister kijkt ook naar de mogelijkheid om de screening van burgemeesters te verscherpen. Een verplicht VOG voor raadsleden acht de minister in strijd met het grondwettelijk verankerde passief kiesrecht. Ollongren vindt het ook belangrijk dat politieke partijen hier zelf op toe zien.

Tegengaan belangenverstrengeling
Een raadslid mag niet stemmen over een kwestie waarbij hij persoonlijk betrokken is. Toch leidt deze, en andere voorschriften die belangenverstrengeling moeten tegen gaan, in de praktijk soms tot onduidelijkheid. Mede door uiteenlopende rechterlijke uitspraken. Daarom zal het kabinet met een wetsvoorstel komen om deze norm te verhelderen, en beter toepasbaar te maken door gemeenten.

Een wethouder kan nu al ontslagen worden door de gemeenteraad om politieke redenen, bijvoorbeeld vanwege zijn aandeel in een bestuurlijk conflict of bij verdenking van een strafbaar feit. Een raadslid kan in bepaalde situaties van belangenverstrengeling worden geschorst en uit zijn functie worden ontheven. Minister Ollongren zal onderzoeken of er meer gronden zijn voor schorsing. Met de minister van Justitie en Veiligheid zal ze bekijken of ontzetting uit het kiesrecht en verbod op uitoefenen van een bestuurlijke functie verruimd moeten worden.

Bestuurlijk toezicht
Een gezaghebbende integriteitscommissie kan burgemeesters ondersteunen bij zijn wettelijke taak om bestuurlijke integriteit in de gemeente te bevorderen. Hun gezaghebbende uitspraak zou langslepende discussies kunnen voorkomen. Ook zal Ollongren met commissarissen van de Koning overleggen hoe hun rol bij de aanpak van bestuurlijke problemen versterkt kan worden. Bijvoorbeeld door het wettelijk verankeren van hun opdracht aan een waarnemend burgemeester, of het mogen bijwonen van collegevergaderingen en inzien van gemeentelijke documenten.

De benoeming van een wethouder is een autonome taak van de gemeenteraad. Geschillen kunnen echter hoog oplopen als er bij een benoeming sprake is van integriteitsconflicten. Ollongren onderzoekt daarom of de commissaris van de Koning of de minister van BZK een rol hierin kunnen spelen, met als doel het geschil effectief op te lossen. Gemeenten zijn er namelijk voor hun inwoners. Een integer en stabiel bestuur is effectiever en efficiënter in staat om de taken uit te voeren en diensten te leveren waar hun inwoners recht op hebben. Het kabinet wil het lokaal bestuur daarbij ondersteunen.