Hockeyclubs maken zich grote zorgen over Hockey Pro League
De hockeyclubs in hoofdklasse de maken zich grote zorgen over het drukke schema van de nieuwe Hockey Pro League waaraan de Oranje heren en Oranje dames van 2019 deelnemen. Ze vrezen dat Nederlands topcompetitie en de voorbereiding van de teams daarop ernstig in het gedrang komen. De Hockey Hoofdklasse CV (HHcv), het vertegenwoordigende orgaan van de clubs, wil daarom op korte termijn met de hockeybond om de tafel.
De internationale hockeybond (FIH) maakte onlangs het speelschema bekend van de nieuwe landencompetitie, waarbij de Nederlandse elftallen tussen januari en juni 2019 over de hele wereld een landencompetitie met uit- en thuiswedstrijden spelen. Het speelschema was voor de HHcv geen verrassing, stelt voorzitter Madeleine Buise, die daarover de afgelopen maanden nauw contact had met de KNHB.
‘Maar dat wil nog niet zeggen, dat we ons geen grote zorgen maken. Als je het programma ziet, kun je maar een conclusie trekken: de Hockey Pro League gaat ten koste van de Nederlandse Hoofdklasse’, zegt Buise. ‘Er worden meer internationale wedstrijden gespeeld en de afstanden zijn ook nog eens groter. Daardoor is er op de kalender minder ruimte voor de Hoofdklasse. Wij moeten inschikken met onze competitie. Dat betekent dat we straks meer dubbele programma’s moeten afwerken. Ik hoef niemand uit te leggen dat we liever op zondag spelen dan op een gure vrijdagavond in november. Dat gaat ten koste van ons verenigingsleven, zorgt voor een derving van inkomsten en schaadt de sponsorbelangen. De Hoofdklasse bestaat niet louter uit hockeyprofessionals, dus de combinatie werk en studie en hockey gaat ook schuren.’
Directeur Erik Gerritsen, die namens de KNHB de onderhandelingen voerde met de FIH over het speelschema, zei onlangs dat naast de Hockey Pro League nog voldoende ruimte is voor een volwaardige hoofdklasse. Buise: ‘Ik snap best dat Erik dat zegt. Hij heeft een dubbel belang: Oranje en de Hoofdklasse. Vanuit dat oogpunt heeft hij het goed gedaan. Wij verwijten hem ook niets. Sterker, ik denk dat hij het maximale eruit heeft gehaald. Maar daarmee is niet gezegd dat wij ons geen zorgen maken over onze eigen competitie. Die gaat er niet op vooruit. Hoe je het ook wendt of keert, we krijgen een verknipte competitie. Daar zijn wij niet blij mee.’
Harry van Hout, bestuurslid Tophockey van Hoofdklasser Oranje-Rood, is wat minder somber. ‘Ik denk dat de KNHB het goed heeft gedaan. Ik vind dat we met dit schema uit de voeten kunnen. In het profvoetbal spelen ze op dinsdag nog een interland en zondag alweer een competitiewedstrijd. Het gaat er vooral om hoe de rest van het jaar wordt ingevuld. Als de bondscoach de internationals straks weer drie dagen in de week tot zijn beschikking wil hebben, wordt het een pittig verhaal. We moeten ook de arbeid- rustverhouding goed in de gaten houden. Gelukkig wordt het hockey in Nederland steeds professioneler.’
Binnenkort heeft de HHcv een vergadering met haar achterban. Daarna volgt snel een overleg met de KNHB. Hoogste prioriteit: de speelkalender van het seizoen 2018/2019. ‘Dat wordt een ingewikkelde puzzel’, voorspelt Buise. ‘Vooral omdat de Nederlandse mannen in november nog een WK in India spelen. Hoe verzin je het? Hoe gaat die voorbereiding eruitzien? En hoe gaat het Nederlands team zich later tijdens de Hockey Pro League voorbereiden? Is er straks voor de clubs überhaupt nog ruimte om zich voltallig op de competitie voor te bereiden? We zitten echt met zo veel vragen. Ik hoop dat dat de KNHB snel antwoorden heeft.’
Buise verwacht dat de overleggen met de KNHB ‘uiteindelijk ook over geld gaan. ‘Dat lijkt onvermijdelijk. Het zijn nog altijd de clubs die de spelers betalen. Ondertussen moeten ze hun internationals steeds vaker afstaan en spelen ze met hun clubs ook nog eens meer dubbele programma’s. De KNHB kan erop wachten dat er in de toekomst een discussie komt over een compensatieregeling.’
