Interview + Concertverslag: Brant Bjork (feat. Sean Wheeler)

Afgelopen week was Brant Bjork in Nederland voor twee concerten. FOK! was erbij in de Melkweg, Amsterdam, op de woensdagavond (04/10), en mocht vooraf een interview doen met de ‘Low Desert Punk’ die ooit deel uitmaakte van het legendarische stoner rock gezelschap Kyuss. Daarna was Bjork jarenlang een vaste waarde in Fu Manchu, deed aan verschillende projecten mee als Mondo Generator, en bracht solo ook nog eens elf studioalbums uit. Onlangs verscheen Europe ’16, een livealbum. In het interview kwam deze cd natuurlijk ter sprake, maar Bjork vertelde ook openhartig over zijn jeugd, hippie-idealen, de gebeurtenissen in Las Vegas, cannabis, rockster Bono, vriend en gastvocalist Sean Wheeler, en haast onvermijdelijk, over het pijnlijke uiteenvallen van Kyuss en de dramatische nasleep van Kyuss Lives!

HET INTERVIEW

(klik HIER om direct naar concertverslag te gaan)

Op je website staat geschreven, met betrekking tot Europe ’16, dat een livealbum wel haast een must is, omdat de muziek dan het meest tot zijn recht komt. Betekent dat ook dat je, in tegenstelling tot veel andere artiesten, liever op tour bent dan uren spenderen in de studio?

‘Een echte voorkeur heb ik niet. Beide zijn onderdeel van het muzikant zijn. Je hebt gewoon aan de ene kant het creatieve proces in de studio, waarbij je deels kan manipuleren, en aan de andere kant heb je op het podium weer ruimte voor een jam. Wel is het zo, dat je met toeren interactie hebt met de fans en dat is geweldig. Daarom is het gewoon jammer dat Kyuss Lives! stopte, want overal waar we kwamen was iedereen zo enthousiast en daar kreeg ik echt energie van. Daar had ik wel voor altijd mee willen doorgaan.’

Dat laatste was in wezen ook de bedoeling. Bjork was met twee andere leden van Kyuss, John Garcia en Nick Oliveri, aangevuld met een nieuwe gitarist (Brian Fevery) in 2010 de opvolger begonnen. Na vele succesvolle shows kondigden ze aan dat de tour voor onbepaalde tijd zou doorgaan en dat er een nieuw album zou komen. Een rechtszaak van twee andere leden van weleer, Josh Homme (nu Queens of the Stone Age en Eagles of Death Metal) en Scott Reeder (momenteel Sun and Sail Club) gooide echter roet in het eten. Zij wilden de bandnaam laten verbieden. Na aanpassing van het logo mocht er wel live worden opgetreden onder de nieuwe naam, maar geen albums worden opgenomen. In 2012 werd de naam omgedoopt in Vista Chino, en een jaar daarop volgde het album Peace. Daarna werd het stil. Komt daar nog verandering in?

‘Ik weet het echt niet. Dat hele gedoe met de rechtszaak heeft er behoorlijk ingehakt. Nick heeft er heel veel last van gehad en wilde niet meer verder. De lol is er in zekere zin wel een beetje vanaf sinds we de originele naam niet meer kunnen gebruiken om nieuw materiaal uit te brengen. Kyuss was mijn geesteskindje, waarin ik alles kwijt kon. Helaas is geld altijd het probleem geweest. De originele band is zo ook kapotgegaan. Maar ja, welke band is niet ten prooi gevallen aan gevechten rondom geld en eigendomsrechten? Ga het rijtje maar af, zelfs bands als Minor Threat en Butthole Surfers. In ons geval, was Josh gewoon de meest zakelijke. Zijn vader was een businessman. Mijn vader was militair. Ik heb het wel geleerd door de jaren heen, om wat zakelijker te zijn, maar ik heb het niet in mijn bloed. I am a hippie, man!’

Bjork grinnikte wat, en zette zijn cap waarop met grote letters DIG staat, even recht. Ik vroeg hem daarop hoe hij die hippie is geworden. Aangezien zijn vader militair was (en later rechter) en zijn moeder een schooljuf, lijkt dat niet iets wat van thuis is meegekregen.

‘Nou, op zich zit dat dan wel weer in mijn bloed. Mijn echte vader was een Afro-American biker. Helaas heb ik hem niet gekend, en tevergeefs naar hem gezocht. De man die mij uiteindelijk opvoedde was overigens een prima vader. Wel hard zo nu en dan, maar dat is het militaristische. Dit heeft dan wel weer de rebel in mij los gemaakt.’

Vervolgens, gaf hij een mooie visie op het hippie zijn.

‘Om eerlijk te zijn, begon het echte hippie tijdperk pas na de moord op Kennedy en de Vietnamoorlog. Onze ouders zijn erdoor getekend, en vele anderen en ook hun kinderen, zoals ik, kregen afkeer van het bestaande, en juist toen ontstond de hunker naar een ideale samenleving en wereld. Daardoor ben ik ook altijd politiek bewust geweest. Een groot deel van mijn nummers gaan er ook over. Neem ‘Green Machine’ [van Kyuss van het album Blues For The Red Sun, 1992], dat is een puur politiek nummer. Ik wil graag boodschappen overbrengen. Dat is ook het mooie van muzikant zijn. Ik wil helemaal geen rockster zijn. Dacht je dat Jim Morrison rockster wilde zijn? Nee man, hij wilde een ‘fucking revolution’ ontketenen. Het sterrendom knaagde aan hem, daarom liet hij zijn baard staan en was ineens moddervet. Zie je Bono dat al doen? Kijk naar Kurt Cobain, die is aan het rockster zijn ten onder gegaan. Hij kon het niet aan, al die druk. In de tijd van Kyuss, zeiden ze ook tegen ons, ‘jullie kunnen de nieuwe Metallica worden’, maar dat wilden we helemaal niet. We wilden hen met onze muziek wegblazen.’


Hoewel muzikant een fantastisch beroep moet zijn, is het de laatste tijd, lijkt mij, ook wellicht een stuk meer beangstigend geworden. Steeds meer geradicaliseerde mensen hebben het voorzien op concerten. Als mens zijnde is het allemaal al onbegrijpelijk, maar heeft het ook enig effect op je muzikant zijn, of wil je er liever niet over praten en weer je het uit je systeem?

‘Nee, op zich kan ik daar wel wat over zeggen. Eigenlijk is het zo dat ‘the social climate in my country has always been worse’. Toch, heb ik de hoop niet verloren. Ik denk dat er nog wel positief verandering in komt, omdat ik ook steeds meer mensen om me heen wakker zie worden. En verders, ja, we leven nu wereldwijd in gekke tijden, maar ik wil mezelf er niet door gek laten maken. Vertrouwen houden en muziek maken, zal ik blijven doen.

Over boodschappen overbrengen gesproken, je bent altijd voorvechter geweest van cannabis. De hoes van het nieuwe live album met een groot wietblad erop windt daar geen doekjes om. Was het tijd om die boodschap ‘right in your face’ te brengen, en kun je onze lezers adviseren rondom de consumptie ervan?

‘Ja, het was weer even tijd om de mensen eraan te herinneren dat er een plantje groeit hier op aarde, en dat is niet voor niks. Bijna alles in de natuur heeft wel een functie, dus dat plantje ook. Het kan mensen weldegelijk helpen. Natuurlijk, als je jong bent is het een leuke partydrug, maar het kan bij verstandig gebruik op vele manieren als medicijn dienen. Bij mijn neefje met autisme werkt het prima. Zo ook voor velen bij stress en depressie.’

Het livealbum is, overigens, een integraal opgenomen show uit Berlijn, was dat een bewuste keuze in verband met het overbrengen van de ‘live experience’ op plaat? Je had ook de beste takes van diverse concerten kunnen nemen.

‘Nou het was eigenlijk een beetje een ad hoc beslissing. Een livealbum was eigenlijk gepland voor later. Dat zat ook in de deal met [platenmaatschappij] Napalm. We waren dus al met de tour bezig, zonder iets te hebben opgenomen. Maar we zaten zo lekker in een flow en de shows gingen zo goed, dat ik tegen het management zei, laten we nu gaan opnemen. We doen gewoon de show van de week in Berlijn. Ik ken daar ook jongens, dus komt allemaal goed. Het management vond het meteen een prima idee. Ik heb het toen niet tegen de jongens van de band gezegd, zodat ze lekker in de flow bleven, en niet te veel gingen nadenken.’

Op deze tour is Sean Wheeler gastvocalist. Kun je hem een beetje introduceren en vertellen wat je band met hem is?

‘Sean en ik kennen elkaar al heel lang. Eigenlijk is hij de echte low desert punk. Hij is iets ouder dan ik, maar toen ik een jaar of dertien was, probeerde ik zo veel mogelijk met de wat oudere jeugd om te gaan, want die zaten allemaal in bandjes en ik wilde dat ook. Zeker toen ik Sean’s eerste bandje zag, was ik helemaal verkocht, en wilde instrumenten leren spelen. We zijn altijd vrienden gebleven. Een paar jaar terug zong hij op een album een nummer mee [‘Freaks of Nature’ van Somera Sól uit 2007, uitgebracht onder de naam Brant Bjork and the Bros]. Momenteel heeft hij zijn eigen band, en we zouden samen op tour gaan met hem in het voorprogramma. Ik zei toen, waarom doe je gewoon niet mee bij mij in de show. Dat scheelt ook weer sjouwen en tourkosten. En zo, doet hij een aantal nummers mee in het tweede gedeelte van de set.’

Ter aanvulling, Sean Wheeler is een van de pioniers van de Palm Springs underground muziekscene. In begin jaren ’80 zat hij al in Mutual Hatred, een hardcore punkband en vervolgens jarenlang in het meer bekendere Throw Rag. Verder deed hij op meerdere projecten mee, waarvan eentje met Zander Schloss (Circle Jerks). Wheeler schreef ondertussen ook altijd eigen songs, en zijn eerste soloplaat Sand in My Blood verscheen deze zomer. Ook moet dit jaar zijn project Sun Trash verschijnen. Hierop staan nummers die hij de afgelopen 11 jaar met diverse muzikanten heeft opgenomen (o.a. Josh Homme, Mark Lanegan en Chriss Goss).

Tja, en dan nog een vraag die je wellicht al vaker hebt gekregen, maar hoe zit het nu met dat aangekondigde instrumentale album, Jacuzzi?

‘Ja, dat is het meest besproken onuitgebrachte album, geloof ik,’ grapte Bjork met grote grijns, ‘Het was de bedoeling destijds om het op m'n eigen label uit te brengen. Er gebeurden eigenlijk twee dingen. Het eerste was dat ik tijdens het opnemen ook meteen weer ideeën kreeg voor een nieuwe soloplaat, en besloot dat ook gelijk te gaan opnemen. Ten tweede, kwam toen Napalm met een deal, en daarin was op dat moment geen ruimte voor een instrumentaal album. Wellicht kan daar met een nieuwe deal verandering in komen. Het is op zich al helemaal af, en ik denk niet dat ik er iets aan hoef te veranderen muzikaal gezien. Misschien dat ik de naam wijzig. Maar goed, het uitbrengen blijft iets wat de toekomst zal uitwijzen.’

HET CONCERT

Je moet erbij geweest zijn, klinkt natuurlijk verre van origineel, maar een avondje Brant Bjork live moet je een keer meemaken. Ook afgelopen woensdagavond bewees hij dat maar mooi weer. Mede natuurlijk door zijn sterke begeleidingsband met Dave Dinsmore op bas, met wie Bjork speelde in de band Ché. Dan is er Jon Bubba DuPree op gitaar. Deze gitarist maakte faam met de hardcore punkband Void, en deed later sessiewerk voor Soundgarden en Dave Grohl. Tot slot is er nog de jonge, maar uiterst getalenteerde drummer Ryan Gut. Ze vormen tezamen een ijzersterke band, zo blijkt wel deze avond.

De mix van stoner, heavy metal en rauwe blues dendert over je heen. Wat mij betreft had het geluid zelfs wat harder gemogen, in ieder geval de gitaar van Bjork zelf. Na eerst met een flinke dosis sixties te zijn opgewarmd (The Byrds, Canned Heat, The Doors etc.), betreedt Bjork met zijn band het podium om met ‘Stackt’ een lekker begin te maken. Nog niet meteen te veel uptempo, gewoon even spacen. Eigenlijk worden de nummers van het live album in een iets andere volgorde gespeeld, maar zo blijft het spannend, en bovendien doet het geen afbreuk aan de balans in de set. Sterker nog, door wat aanpassingen heb je toch weer het idee naar een compleet andere show te kijken. Zo zit ‘Too Many Chiefs...Not Enough Indians’ van zijn eerste soloplaat Jalamanta (1999), ook weer in de set.

Halverwege de set, en nadat Bjork al twee zakjes wiet als gift uit het publiek heeft mogen ontvangen, betreedt Sean Wheeler het podium. Ik merk nu pas op, dat hij degene was die tijdens het interview met Bjork de ruimte binnenliep waar we zaten, op zoek naar een toilet. Hij verontschuldigde zich nog, waarop Bjork en ik zeiden, ‘No problem’. Ik had Wheeler toen een beetje vanuit mijn ooghoek waargenomen, maar toen ik hem het podium op zag komen, herkende ik hem aan zijn nette grijze pak en hoedje. Shit, een gemiste kans om hem bij het interview te betrekken. Voordat Wheeler met twee songs meedoet (‘Dave’s War’ en ‘Biker No.2’), brabbelt hij eerst iets met schorre stem door de microfoon. Wat moet dat gaan worden met zingen? Maar het werd al snel duidelijk, deze man kan echt wel wat. Hij heeft een prima heldere stem, en iets hoger dan die van Bjork, zodat ze samen een perfect duo vormen. In een bio had ik al gelezen over zijn charismatische en theatrale manier van optreden, en niets bleek minder waar. Ik zou hem bijna als een kruising tussen Morrissey en Peter Gabriel ten tijde van Genesis willen noemen. Op die laatste lijkt hij zeker, wanneer in de toegift als afsluiter ‘Freaks Of Nature’ wordt gespeeld. Met ontbloot bovenlijf, een soort van bronzen masker op zijn gezicht en een kleine alpinomuts op zijn hoofd, weet Wheeler iedereen in zijn greep te houden met zijn gebaren. Ik zie Bjork en DuPree beide wat glimlachen. Ze hebben er allemaal heel veel lol in. Dat is mooi om te zien, hoe een stel muzikanten elkaar en het publiek prima vermaken. Dat is rock ’n roll.

Na bijna twee uur, is het dan toch echt wel gedaan. Ik realiseer me ook meteen weer, hoe ongelofelijk groovy de muziek van Bjork is, en dat dit wellicht zijn grootste handelsmerk is. Je ziet gaandeweg het concert overal mensen eigenlijk meer een beetje heen en weer deinen en dansen dan headbangen. ‘Do what you gotta do…so dance’, roept Bjork tussen de nummers door. Uiteindelijk wordt dat beetje deinen, in de tweede helft van de set, gemoedelijk heen en weer springen in een pit. Het is een sfeer die inderdaad aan de hippies doet denken. Dus, om met een andere open deur te eindigen, muziek verbroedert zeker. Een zeer duidelijke boodschap van deze avond.