Geen individueel succes Nederlanders op dag 1 Universiade

De eerste echte sportdag op de Universiade in Taipei heeft weinig individueel succes opgeleverd voor de Nederlandse deelnemers. In het zwemmen, taekwondo, judo en boogschieten kwamen Nederlanders in actie, buiten het al eerder vermelde schermen en waterpolo.

In het taekwondo stond de individuele poomsa op het programma, het onderdeel van de sport waarbij de deelnemers alleen op de mat verschijnen. Daar moeten bepaalde figuren getoond worden, die vervolgens beoordeeld worden op nauwkeurigheid en presentatie.

Soraya Wahjudi vertegenwoordige Nederland bij de dames, maar zij kwam niet verder dan de tiende plek in haar groep, niet goed genoeg voor een plek in de halve finales. Bij de mannen slaagde Mattho Mandersloot er evenmin in de halve finales te bereiken.

Het judo begon met vier gewichtsklassen, waarin één Nederlander deelneemster in actie kwam: Larissa Groenwold werd in de klasse tot 78 kilogram in haar eerste gevecht uitgeschakeld door Madeleine Malonga uit Frankrijk.

Zwemster Kinge Zandringa plaatste zich op de 50 meter vlinderslag overtuigend voor de halve finales, maar zette daarin de tiende tijd neer en liep de finale dus mis. Tessa Vermeulen kwam in de halve finales van de 200 meter rugslag ruimschoots tekort.

Twee Nederlandse boogschutters kwamen in actie bij de dames. Met de compoundboog schoot Jody Vermeulen zich naar de elfde plek in de plaatsingsronde, waardoor ze een bye verdiende richting de laatste 32.

Dat lukte recurveschutster Claire van Dijck niet: een 35e plaats in de plaatsingsronde betekende dat ze zondag al in de knock-outfase in actie moest komen, maar daarin werd ze uitgeschakeld door de Mexicaanse Rebeca Marquez.