'Uitslag olympisch verspringen 2004 moet onderzocht worden'

Drie voormalig atleten willen dat er een onderzoek gestart wordt naar de uitslag van het verspringen bij de vrouwen op de Olympische Spelen van 2004. Het gaat om de Australische Bronwyn Thompson, de Britse Jade Johnson en Anju Bobby-George uit India. 

De drie eindigden in Athene als vierde, vijfde en zesde, achter een geheel Russisch podium. Alle drie de Russinnen - Tatyana Lebedeva, Irina Meleshina en Tatyana Kotova - zijn in de loop der jaren na Athene 2004 betrapt op het gebruik van doping. Tijdens die Spelen testten ze echter niet positief en de bewaarde urinestalen zijn inmiddels al lang en breed vernietigd. Daarnaast is het tijdsbestek waarin gestraft kan worden, tien jaar, ook al verstreken.

Toch willen Thompson, Johnson en Bobby-George kijken of een onderzoek mogelijk is. "De kans om het gebruik van verboden middelen tijdens de Spelen van 2004 aan te tonen of uit te sluiten is verkeken door het vernietigen van de urinestalen", zegt Thompson, die van mening is dat de drie op oneerlijke wijze naast het podium zijn beland. Ze geeft overigens wel toe dat de kans op succes klein is, maar wijst op dopingzaken van Marion Jones en Lance Armstrong om enige hoop te houden: Jones en Armstrong testten nooit positief op de Spelen, maar moesten toch een aantal medailles inleveren door hun dopingzaken.

"Het moment bovenop het podium kun je iemand niet meer teruggeven. Ik heb een uitstekend leven na mijn actieve loopbaan, maar of ik extra blij zou zijn als ik alsnog die gouden medaille krijg nadat ik achter drie veroordeelde dopingzondaars eindigde? Absoluut!", verklaart Thompson. "Ik hoop dat de Australische atletiekbond achter ons drie gaat staan en ons gaat helpen om een strategie op te bouwen, zodat we dit goed aan kunnen pakken, ook op juridische wijze."

Thompson's oud-coach Gary Bourne legt de schuld voor het niet positief testen van de Russinnen zelfs deels bij het Internationaal Olympisch Comité. "We zijn er sterk van overtuigd dat deze sporters groot onrecht is aangedaan, onder meer door het falen van het testlaboratorium van het IOC in Athene. Daardoor hebben de Russinnen geen positieve test afgeleverd", beweert Bourne. "Het IOC faalde vervolgens in 2012 nog eens door te besluiten deze urinestalen niet aan hertests te onderwerpen."