Spreekwoordwoensdag - Dat klopt als een zwerende vinger

Als een zwerende vinger (Foto: LeoLucy)
Als een zwerende vinger (Foto: LeoLucy)

Toen ik het spreekwoord voor deze week uitkoos, ietwat walgend van de gedachte aan een zwerende vingers (pus, losse nagels, dat alles) wist ik nog niet dat ik op dat moment een blik met wormen opentrok. Van het ene op het andere moment werd ik om de oren geslagen met bussen en contaminaties…

Dat klopt als een...
Nog voordat ik überhaupt iets vond over de zwerende vinger werd ik bijna van m’n sokken gereden door een bus die aandacht wilde. Waarschijnlijk ken je de uitdrukking dat klopt als een bus wel, toch? Ik kende hem in ieder geval wel, en dacht dat het gekozen spreekwoord een ietwat letterlijkere variant van was. Toch was ik geïntrigeerd. Want hoewel een zwerende vinger misschien wel letterlijk klopt (nog steeds bah), vanwaar dan de link naar het andere kloppen: het gelijk hebben, het bij het rechte eind hebben? Ik vind het maar ingewikkeld en onduidelijk. En dan heb ik het nog niets eens over de vraag waarom een bus klopt. Huh?

Conitamiwattes?
Ik ging op zoek naar de oplossing en opeens waren overal wormen. Want wat blijkt: de uitdrukking dat klopt als een bus is eigenlijk niet juist, maar een verhaspeling van twee andere uitdrukkingen. Inderdaad, een echt verhaspeling, een contaminatieee. Alsof de taal nog niet genoeg verloederd is, stoppen mensen ook maar gewoon twee begrippen in één zin. En zo werd de contaminatie dat klopt als een bus geboren, met als vader dat klopt als een zwerende vinger (iehw), en als moeder dat sluit als een bus. Moedertjelief is trouwens niet de rijdende bus, maar een bus waar je dingen in kan bewaren.

Nog even over die verloedering
Ondertussen zegt men het al zo lang ‘fout’ dat het goed is geworden en het spreekwoord in de Van Dale terug is te vinden. Aan de ene kant vind ik dat angstaanjagend, want dit betekent dat wanneer we iets maar lang genoeg fout doen het vanzelf goed wordt. Die richting gaan we natuurlijk al op met als en dan, maar ik vertik het om te accepteren dat me moeder of het woord als in plaats van of (even kijken als het klaar is) goed is. Never-nooit-niet in mijn vocabulaire!

Aan de andere kant geeft het ook hoop. Immers, als ik maar lang genoeg dingen fout blijf doen, moet het een keer goed komen, toch? Nu maar hopen dat deze redenatie klopt als een vieze zwerende vinger. Met pus en al!