'Grote blunders rond dopingcontroles Spelen Rio, meeste atleten niet getest'

De situatie rondom dopingcontroles op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro liet nogal te wensen over, zo heeft wereldantidopingorganisatie WADA donderdag laten weten. WADA bracht een rapport van onafhankelijke waarnemers uit, die tijdens de Spelen in Rio in de gaten hielden of alles volgens de regels en soepel verliep.

Dat was niet bepaald het geval, zo blijkt uit diverse voorbeelden. De grootste blunder werd wel begaan bij het invoeren van informatie over verzamelde urine- en bloedstalen: van honderd stalen werd de informatie verkeerd ingevoerd, waardoor de stalen niet aan een sporter gekoppeld konden worden. Het lijkt erop dat WADA na afloop flink bezig is geweest om er nog wat van te maken en een deel van de stalen aan atleten te koppelen, maar dat lijkt niet bij allemaal gelukt. 

Relatief weinig sporters getest
Ook het aantal controles baarde de nodige opzien. Zo werd in risicosporten als gewichtheffen nauwelijks bloed afgenomen voor controles, terwijl de voetballers op de Spelen buiten wedstrijden om zelfs helemaal veilig waren om te gebruiken wat ze wilden: voetballers werden buiten wedstrijden precies nul keer getest. Eén monster uit een andere sport raakte zelfs gewoon kwijt en werd pas twee weken na de Spelen teruggevonden. 

Aan de Spelen in Rio deden ruim elfduizend atleten mee, maar slechts 3237 van hen, iets meer dan een kwart, heeft een dopingtest moeten ondergaan. Voor het overgrote merendeel daarvan bleef het bij één test, terwijl enkele honderden sporters twee keer de sjaak waren. Van 81 sporters werd drie keer een monster afgenomen, dertien sporters waren vier keer aan de beurt en vier atleten moesten vijf keer tijd vrijmaken voor de dopingcontroleurs. Tot slot was er nog één ongelukkige ziel die maar liefst zes keer in een potje moest plassen of wat bloed af moest staan. 

Chaperones functioneerden niet goed
Buiten dergelijke zaken was er ook felle kritiek op het functioneren van zogenaamde chaperones, mensen die sporters na hun wedstrijd naar de dopingcontroles begeleiden. Er waren gevallen waar meer dan de helft van de chaperones er simpelweg niet was, of op z'n minst veel te laat. Volgens de WADA-waarnemers is het slechte functioneren te wijten aan slechte training, slecht geregeld vervoer en het feit dat een groot deel geen Engels sprak. De regel dat atleten vooraf niet mogen weten dat ze getest worden werd 'overduidelijk verbroken': de chaperones konden hun sporter vaak niet vinden en moesten dan maar aan teamgenoten vragen waar hij of zij was.

Toch kwam WADA nog wel met een positief punt: het laboratorium in Rio, waar de stalen getest werden, werd zes weken voor de Spelen gesloten vanwege bar slechte prestaties. De verbeteringen die zijn aangebracht konden op lof rekenen van WADA. "Het lab was voorzien van sublieme apparatuur en werkte zeer veilig en efficient. De antidopingbeweging in Zuid-Amerika zal hier in de komende jaren een hele goede aan hebben", valt in het rapport te lezen.

Het ruim vijftig pagina's tellende rapport is voor de liefhebber hier te lezen.