VS: 'Turkije haalde Russische jager boven Syrië neer'

Het dinsdag door de Turkse luchtmacht neergeschoten Russische gevechtsvliegtuig vloog boven Syrië op het moment dat het werd neergehaald. Dat zou blijken uit onderzoek door de VS. Het toestel zou zich wel korte tijd boven Turks grondgebied hebben bevonden. Dat hebben bronnen in Washington aan persbureau Reuters gemeld.

Het onderzoek zou daarmee de Russische weergave van de stand van zaken weerspreken. Volgens Moskou is het Turkse luchtruim in het geheel niet geschonden. 

Presidenten Barack Obama en Recep Tayyip Erdogan van de Verenigde Staten en Turkije hebben in een telefoongesprek benadrukt dat spanningen tussen Rusland en Turkije snel verminderd moeten worden. De Russische president Vladimir Poetin had het over "een steek in de rug in de strijd tegen terreur".

Obama heeft Erdogan volgens het Witte Huis laten weten dat de VS en de NAVO Turkije steunen in het recht om de grenzen te verdedigen. De NAVO zei eerder dat het solidair is met Turkije, maar dat het land zijn kalmte moet bewaren.

Turkmenen
Volgens Rusland vloog de Soechoj Su-24 steeds boven Syrië, waar de Russen bombardementen uitvoeren. Turkije zegt dat er wel tien waarschuwingen zijn gegeven voor het toestel werd neergehaald. Zeker een piloot is volgens de Russen omgekomen. Het lot van de andere piloot is onduidelijk. Beide piloten zouden door Turkmeense rebellen aan hun parachutes zijn beschoten.

Deze rebellen strijden tegen de Syrische president Bashar al-Assad, een aartsvijand van het Turkse bewind, maar ze houden er een complex netwerk van medestanders op na. Zo wordt er samengewerkt met het door het westen gesteunde Vrije Syrische Leger en de Koerdische YPG, waarmee Turkmenen onlangs nog met Amerikaanse steun gijzelaars uit handen van terreurorganisatie IS hebben bevrijd. Maar er zijn ook banden met het radicale Al-Nusra Front, wat volgens sommige analisten niet bijster veel van datzelfde IS verschilt.

Obama belt met Erdogan over neerhalen toestel
VS: 'Turkije haalde Russische jager boven Syrië neer' (Foto: ANP)