Erdogan weer boos op New York Times

De New York Times heeft opnieuw de woede van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan over zich heen gehaald. Dit maal was het een opiniestuk waarin een kritische noot werd geuit over het beperken van persvrijheid in Turkije.

Erdogan noemde het stuk schaamteloos en maande de New York Times zich buiten binnenlandse Turkse kwesties te houden. Tijdens zijn speech in Istanbul voegde hij daar nog aan toe; "Wie denken jullie wel niet dat jullie zijn? Zouden jullie ook zo'n kritisch stuk over jullie eigen overheid kunnen schrijven? Als jullie dat zouden doen zou de regering jullie ook hard aanpakken!".

Het betreffende opiniestuk werd geschreven na nieuwe intimidaties richting de Turkse krant Hürriyet. De Turkse president was het namelijk niet eens met de gebruikte kop boven het bericht over de doodstraf van de Egyptische oud-president Morsi. De betreffende kop; "De wereld is geschokt: Doodstraf voor president die 52 procent van de stemmen ontving", werd door Erdogan als directe doodsbedreiging aan zijn adres gezien.

Aanklacht
In navolging van de krantenkop heeft de advocaat Rahmi Kurt een aanklacht tegen de krant ingediend. Hij zegt daarin dat de redacteuren van de krant "haatzaaien" en "oproepen tot een gewapende opstand jegens de overheid". Daar aan toe voegend; "het prijzen van de crimineel en zijn misdaden" om af te sluiten met "het verspreiden van propaganda van een terroristische organisatie", daarbij doelend op de Gülenbeweging.

Deze aanklacht is volgens de Turkse Journalisten Organisatie (TGC) de volgende nagel aan de kist van de persvrijheid. Ze hebben er dan ook een niet te mals statement uitgegooid, direct gericht aan Erdogan en de Turkse overheid. "De overheid, die journalistiek gelijk stelt aan terrorisme en elke vorm van kritiek ziet als een staatsgreep, is nu naar een ander niveau gestegen: gedachten van mensen lezen. De verslaggeving omtrent de doodstraf van de Egyptische oud-president Morsi die wordt gezien als een 'bedreiging richting Erdogan', is een voorbeeld van het inperken van persvrijheid de laatste jaren".

Verder zegt de TGC dat persvrijheid gelijk moet zijn aan de vrijheid van meningsuiting zoals omschreven namens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Daarbij zijn persvrijheid gewoon moeten gelden op nieuwberichten die schokkend of aanstootgevend zijn voor bepaalde parlementsleden. Ook het International Press Institute heeft een hard statement er uit gedaan en roept Erdogan op met zijn hetze tegen vrije media.

Hürriyet zelf was iets minder subtiel in haar statement richting de president. Daarin spreekt de krant hem persoonlijk aan op zijn steeds grotere beperkingen op de persvrijheid. De wat subtielere variant richting de rechtbank is hier te vinden.

Verkiezingen
Dat er juist op dit moment zoveel commotie ontstaat is niet geheel verwonderlijk. Op 7 juni zijn er namelijk parlementaire verkiezingen waarin ook een wijziging in de grondwet aan bod komt. Die wijziging houdt in dat de president in plaats van de premier de meeste politieke macht krijgt. Daarvoor is wel een meerderheid van het aantal zetels voor Erdogan's AK-partij voor nodig. Volgens het peilingbureau Konda lijkt het er op dat de partij slechts zo'n 40 procent van de stemmen gaat binnen halen.

Gülen
Reporters Without Borders (RWB) stelt dat deze verkiezingen een directe aanleiding zijn voor de harde aanpak tegen kritische media. De aanpak is vooral gericht op aanhangers van Fethullah Gülen. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste denkers van de moderne tijd die vooral intellectualiteit en spiritualiteit met elkaar wil verbinden. Hoewel hij niet geheel onomstreden is, is hij wel een groot voorvechter van democratie en gaat hij de dialoog aan om andere denkwijzen te kunnen begrijpen.

Juist deze denker, vroeger staatsprediker en bondgenoot van Erdogan, is een doorn in het oog van de Turkse overheid. Sinds een aantal jaar worden media die de boodschap van Gülen ondersteunen keihard en op haast dictatoriale wijze aangepakt. Zo kreeg het moederbedrijf van Hürriyet, Dogan Media Group, meermaals plots een miljardenboete wegens 'vermeende belastingontduiking'. Deze boete kwam niet geheel toevallig net nadat de krant had bericht over een fraudezaak waar Erdogan en zijn AKP bij waren betrokken.

Persvrijheid
Turkse en internationale journalisten zijn dan ook bang dat Erdogan de kritische stukken richting hem en de overheid nog harder zal gaan aanpakken. Gevreesd wordt zelfs dat Hürriyet en, eveneens onafhankelijke krant Zaman, zullen worden aangepakt op grond van anti-terreur wetten.

Hoewel het land al meermaals door diverse instanties op hun vingers is getikt vanwege hun persbeleid, lijkt er voorlopig weinig verandering in te zitten. Momenteel bungelt Turkije nog steeds ver onderaan de persvrijheid index van RWB op plaat 149 van de 180. Het is ook zeker niet de eerste keer dat Turkije 'andersdenkenden' oppakt.

Recep Tayyip Erdogan (Foto: ANP)
Recep Tayyip Erdogan (Foto: ANP)