FOK!toen en nu: Verviers van anarchistisch bolwerk tot jihadstad

Afgelopen week kwam opeens de Belgische stad Verviers weer in het nieuws. Een anti-terreuractie in de buurt van het station van de stad eindigde in een schietpartij waarbij een tweetal Syriëgangers werd doodgeschoten en een derde werd opgepakt. Het was echter niet de eerste keer dat de stad in de provincie Luik in het nieuws kwam. In deze aflevering van FOK!toen blikken we terug op de geschiedenis van een stad die al diverse keren het toneel was van zowel politiek als religieus geweld.

Verviers toen
Verviers was een stad die al vanaf het einde van de achttiende eeuw floreerde op het gebied van de lakenindustrie. De stad groeide hierdoor uit tot een van de belangrijkste industriesteden in het Europa van die tijd en was eveneens een van de steden waar de industriële revolutie op het Europese continent een aanvang nam. De werkomstandigheden in de textielindustrie waren op zijn zachtst gezegd niet geweldig en het ontevreden werkvolk sloot zich al snel aan bij de lokale arbeidersvereniging.

Uit De Werkman van 27 mei 1887
Uit De Werkman van 27 mei 1887

Zo halverwege de negentiende eeuw werd Verviers ook een bolwerk van het anarchisme en werd het de thuisstad van onder meer de voormalige wever Emile Piette, die, samen met Pierre Bastin, Gérard Gérombou, Joseph Demoulin en Olivier Ruwette, verantwoordelijk was voor de oprichting van de anarchistische beweging L’Etincelle in 1876. Als boekdrukker bracht Pietty revolutionaire bladen uit zoals Le Cri du Peuple (1878-1879) en La Persévérance (1880). Vooral in de arbeiderswijk Hodimont kregen de anarchisten met hun anti-autoritaire standpunten al snel veel aanhang onder de textielarbeiders.

Uit Den Denderbode van 8 mei 1892
Uit Den Denderbode van 8 mei 1892

De eerste bomaanslag
Nadat in 1877 een groot internationaal anarchistisch congres in Verviers had plaatsgevonden, werd de stad ook een toevluchtsoord voor anarchisten uit alle delen van Europa, die elders werden gezocht wegens allerlei bomaanslagen en moordzaken. Terwijl Europa regelmatig werd opgeschrikt door bomaanslagen, bleef het in België relatief rustig. Daar kwam op 23 februari 1883 verandering in toen er in de buurt van Brussel een bom tot ontploffing kwam. Het bleek echter niet om een aanslag te gaan: Paul Métayer en Antoine Cyvoct, een tweetal jonge Franse migranten, wilden een zelfgemaakte bom uittesten, maar bij de wandeling naar de lokatie buiten de stad maakte Métayer een ongelukkige valpartij waarbij de bom tot ontploffing kwam. De jonge Fransman overleed een dag later.

Bij onderzoek van de politie kwam al snel naar voren dat beide daders anarchisten waren. Zo was Cyvoct de voormalige uitgever van het anarchistische blad L'Étendard Révolutionnaire en werd hij in Frankrijk gezocht voor betrokkenheid bij een bomaanslag, waarbij een dode en enkele gewonden waren gevallen. Samen met de eveneens uit Verviers afkomstige revolutionair Antoine Didier hield de jonge anarchist zich vooral bezig met de fabricage van bommen voor de socialistische strijd. Cyvoct werd uitgeleverd aan Frankrijk waar hij nog vele jaren achter de tralies ging.

Uit Den denderbode van 4 mei 1902
Uit Den denderbode van 4 mei 1902

Verviers nu
Vandaag de dag moet je enorm goed zoeken om nog een anarchist in Verviers te kunnen vinden. In de wijken waar vroeger de revolutionairen nog de dienst uitmaakten, wonen nu hoofdzakelijk mensen met een islamitische achtergrond. Zo'n 20% van de inwoners van de stad is moslim en in wijken als Hodimont loopt het getal zelfs op tot meer dan 60%. In de wijken van de binnenstad van Verviers zijn georganiseerde bendes de baas en wordt het straatbeeld bepaald door leegstaande panden en schimmige belwinkeltjes en bazaars. Zo'n 150 jaar na de hoogtijdagen van het anarchisme is Verviers wederom het centrum van extremisme en terreur. Ditmaal heeft het verzet geen politieke achtergrond, maar vormt een religie de basis van het geweld.

Veel van de islamitische inwoners van Verviers kwamen aan het begin van de jaren tachtig als vluchteling naar België. Vanaf 1976 vochten soennitische extremisten die zich hadden verenigd in de Moslimbroederschap tegen de in Syrië regerende socialistische Ba’ath-partij. In 1982 vond 'Het bloedbad van Hama' plaats, waarbij eenheden van het Syrische leger de Syrische stad Hama belegerden. Bij het daaropvolgende bloedbad werden tussen de 10.000 en de 25.000 mensen in de stad vermoord. Na deze slachting zouden vele duizenden moslims naar Europa vluchten. Dat Moslimbroederschap komt in 2008 weer in beeld als er onderzoek wordt gedaan naar de grote moskee van Verviers. De moskee blijkt een Europees steunpunt van de Moslimbroederschap te zijn, van waaruit onder meer ondersteuning werd geboden aan de Palestijnse organisatie Hamas, dat door de Europese Unie als een terroristische organisatie wordt gezien.

Volgens het OCAD, het Belgische Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse, is al een tiental jonge moslims uit Verviers naar Syrië vertrokken, maar men vermoedt dat het er in werkelijkheid nog veel meer zijn. In elk geval een behoorlijk aantal voor een stad met nog geen 60.000 inwoners. Waar ooit gezochte anarchisten onderdoken in Verviers, biedt de stad nu onderdak aan voortvluchtige moslimextremisten. Zo bleken de twee doodgeschoten Syriëgangers ook een connectie te hebben met de Franse terrorist Ademy Coulibaly.