Chinese 'stropers' op Filipijnen veroordeeld

Negen Chinese vissers zijn maandag in de Filipijnen veroordeeld voor het stropen van bedreigde zeeschildpadden in de Zuid-Chinese Zee. De rechter legde het negental een hoge boete op, maar bespaarde het de cel.

De Chinezen werden in mei opgepakt op het Halvemaansrif, waarop zowel China als de Filipijnen aanspraak maakt. Hun boot en vangst van 555 bedreigde schildpadden werden geconfisqueerd. Het incident bracht teweeg dat de toch al weinig warme betrekkingen tussen Beijing en Manilla nog verder bekoelden.

De rechtbank van de westelijke Filipijnse provincie Palawan acht bewezen dat de negen vissers het Filipijnse visserijreglement hebben geschonden. Elk van hen moet een boete betalen van honderdduizend dollar (ruim tachtigduizend euro) voor stroperij en een van ruim tweeduizend euro voor het vangen van bedreigd wild. Zodra de negen de boete hebben betaald krijgen ze hun vrijheid terug.

China maakt aanspraak op de soevereiniteit over bijna de gehele Zuid-Chinese Zee. Het land is hierdoor verwikkeld in territoriale disputen met onder meer de Filipijnen, Taiwan, Maleisië, Vietnam en Brunei. Het Halvemaansrif maakt deel uit van de Spratly-eilanden, die geheel of gedeeltelijk door al deze landen worden geclaimd.