Piepklein landje sleept kernmachten voor de rechter

De Marshalleilanden slepen de Verenigde Staten en acht andere kernmachten voor het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. Het piepkleine landje zegt dat de landen het internationaal recht met voeten treden en eist ontwapening.

In de unieke rechtszaak worden naast de VS ook Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk, China, Israël, Pakistan en Noord-Korea aangeklaagd. Die laatste vier hebben het Non-Proliferatieverdrag van 1968 niet getekend, maar breken volgens de Marshalleilanden ook de 'gewone internationale wet'.

De Marshalleilanden vinden het kwalijk dat de kernmachten niet bezig zijn met de afbouw van hun kernwapenarsenaal, maar er flink in investeren. De komende tien jaar zou er meer dan zevenhonderd miljard in nucleaire wapens worden gestoken.

"Ik zie het als een soort David en Goliath, hoewel hier geen katapult gebruikt wordt", zegt David Krieger. Hij is de voorzitter van de Amerikaanse organisatie Nuclear Age Peace Foundation en is bij de zaak betrokken als consultant. Hij zegt te hopen dat andere landen zich achter de procedure zullen scharen. Een van de advocaten in de zaak, John Burroughs, zegt dat de kernmachten nog nooit wegens het breken van hun ontwapeningsbelofte voor de rechter zijn gebracht.

Naast de zaak bij het ICC worden er ook rechtszaken gestart in de VS. Daar wordt onder meer president Barack Obama verantwoordelijk gehouden.

De Marshalleilanden werden vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikt als testgebied voor kernwapens. "Ons volk heeft catastrofale en onherstelbare schade geleden door deze wapens", zegt de minister van buitenlandse zaken van het land, Tony de Brum, "En we zweren ervoor te strijden dat niemand op aarde deze gruwelen ooit nog hoeft mee te maken."

Een aantal Nobelprijswinnaars is over de rechtsgang te spreken. Zo is er steun van de Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu en de Iraanse advocaat Shirin Ebadi.